Afgelopen oktober heeft professor dr. Marcel Boogers een essay gepubliceerd over de spanning tussen de totstandkoming van regionale energiestrategieën en de basisprincipes van democratie. In het essay breekt hij een lans voor de inzet van regionale Burgertoppen, Burgerfora en Burgerraden (mini-publics), als aanvulling op het bestaande democratische stelsel, om zo het besluitvormingsproces en het draagvlak voor de te nemen maatregelen te versterken.
De laatste jaren worden steeds meer zaken op regio-niveau, met meerdere gemeenten gezamenlijk, geregeld. Vaak wordt dit ingegeven door hele praktische argumenten, als het vergroten van slagkracht, gezamenlijk partij bieden aan marktpartijen, samen het wiel uitvinden ipv elk voor zich, etc. Maar regionale overeenstemming van bestuurders, ambtenaren en stakeholders wil nog niet zeggen dat lokale gemeenteraden zich zo maar in de uitkomsten willen voegen. De resultanten zijn tenslotte over het hoofd van lokale politici heen tot stand gekomen. Politici bevinden zich ineens in de positie waarin burgers zich ook zo vaak bevinden tov de overheid.
De oplossing die Marcel Boogers voorstelt voor dit democratisch tekort is om uit te gaan van een meervoudige democratie, waarbij legitimatie van de besluitvorming op verschillende manieren plaats vindt: in regiocommissies van politici, als afvaardiging vanuit de betrokken gemeenteraden. Inzetten van het aloude poldermodel, waarbij op regionaal niveau stakeholders bij het proces betrokken worden. En de organisatie van regionale Burgertoppen/burgerfora/burgerraden om ook de burgers tijdig bij de beleidsvorming te betrekken. Waarbij de uiteindelijke besluitvorming nog steeds in de lokale gemeenteraden plaats vindt. De rode draad bij de inzet van deze drie instrumenten is om betrokkenen aan de voorkant van het beleidsproces mee te nemen, zodat zij aan de achterkant niet voor voldongen feiten geplaatst worden, maar mee hebben kunnen doen in de afwegingen die gemaakt worden. En zo te voorkomen dat het werk van jaren in één avond door een lokale gemeenteraad naar de prullenbak verwezen wordt!
Intussen hebben we met de Friese Dorpentop, de Landschapsconferenties in Drenthe, Gelderland en Utrecht voor Natuurmonumenten, de Voedsel1000 en onlangs de Burgertop Schiphol in Noord-Holland, ruime ervaringen opgedaan met het organiseren van een Burgertop op regionale schaal. Het blijkt dat het model ook op regio-schaal effectief is en een grote aantrekkingskracht heeft op burgers om te participeren.
Wij onderschrijven het idee van regionale toppen. Echter wel een aantal aandachtspunten:
- Om daadwerkelijk een bijdrage te kunnen leveren aan versterking van de legitimiteit is het van belang de deelnemers via loting te werven. Als dit niet gebeurt zien we de participatie-elite van oudere blanke mannen meteen de overhand nemen;
- Organiseer de Burgertop aan het begin van het beleidsproces, als de agenda nog open is. Burgers laten zich niet meer bij de hand nemen van een van tevoren bepaalde agenda;
- Overweeg om, in lijn met de aanpak van de G1000, de 3 gremia van politici, polderaars en burgers samen een start te laten maken in de top, voor elk zich in de eigen omgeving van commissie of polderoverleg terugtrekt. Er is dan in elk geval een gezamenlijke basis gecreëerd, waarop de beleidsontwikkeling verder plaats kan vinden. Zo is in elk geval begrip over en weer verzekerd.