06 24 59 44 23 info@g1000.nu

Optie 1: Lutz en werkgroepen Friese Dorpentop
In 2016 vond de eerste Friese dorpentop plaats. Naar aanleiding daarvan zijn er diverse werkgroepen ontstaan die zich met verschillende thema’s hebben bezig gehouden. Zo was er een werkgroep die een handleiding heeft geschreven voor het zelforganiserende dorp, een werkgroep Manifest, een werkgroep dorpsbelang 2.0., duurzaamheid en een werkgroep die een dorps-app ontwikkeld heeft. Tijdens de evaluatie van de dorpentop bleek dat de uitkomsten in elkaars verlengde liggen. Een gemene deler is dat inwoners meer zelf moeten doen en dat de overheid daar beter in zou moeten  ondersteunen. De werkgroepen hebben besloten de handen ineen te slaan en hun boodschap en product gezamenlijk verder uit te dragen. Lutz Jacobi vond het hartstikke leuk om bij dit initiatief van onderop aan te sluiten en zo ontstond de workshop.

De avond zelf was een rollenspel. Leidend was het verhaal van Griensterhúzen, een dorp in de gemeente Mûnerwâld,  dat zelf een omgevingsvisie heeft geschreven. Dit is gebaseerd op een casus uit het echte leven. Lutz Jacobi had de rol van burgemeester in een buitengewone vergadering. Er waren een aantal raadsleden aanwezig die zowel voor als tegen waren, een ambtenaar, plaatselijk belang, het bedrijf dat was ingehuurd door de gemeente om de omgevingsvisie te schrijven, de dorpencoördinator en de wethouder. Ook waren er een tweetal observanten. Iedereen had een korte rolbeschrijving gekregen en de opdracht om voor of tegen het schrijven van een eigen omgevingsvisie te zijn. Dit werd met verve gespeeld. Uiteindelijk kwam het erop uit dat het traject van Griensterhúzen als een kans moet worden gezien en niet moet worden tegengewerkt. De gemeente zorgt dan voor voldoende kwaliteit, objectiviteit e.d.
Na afloop kregen de deelnemers een hand-out mee die geschreven is door de werkgroepen. Ook kregen ze de vraag mee om als plaatselijk belang ook mee te denken over een omgevingsvisie voor het eigen dorp. De werkgroepen en Doarpswurk zouden hierbij kunnen ondersteunen. Tekst Richt Sterk.

Optie 2: Jaap Peters over het van-onder-op organiseren
Veel initiatieven lopen dood op regels, problemen en tegenslag. Dat is jammer en ook niet nodig, vindt organisatiedeskundige Jaap Peters. Tegenslag is een fase van het project en wordt gevolgd door succes en een nieuw evenwicht.

‘Weerstand hoort erbij. Als je verandering wilt, word je geconfronteerd met het oude denken. Veranderingen verlopen meestal chaotisch en kosten tijd. Ga creatief denken en samen naar oplossingen zoeken. Als je eenmaal bezig bent, blijkt er veel te kunnen. Veel vrijwilligers haken echter voortijdig af, omdat ze veranderkundig niet in de gaten hebben dat ze vorderingen maken.’

Peters schetste een project als ‘de reis van de held’ in een verhaal. Het begint met een idee, gevolgd door een actie (bijvoorbeeld een brief of bijeenkomst) waarin je dat idee gaat delen. Helpers dienen zich aan en je verlaat je comfort zone en gaat concreet aan de slag. Dan volgt echter de ‘weg van de beproevingen’ en dienen zich uitdagingen en onvoorziene dingen aan. Die fase, het dal, hoort erbij en moet je door, stelde Peters. Op een gegeven moment vallen de puzzelstukjes samen en volgt het succes. Er is een nieuw evenwicht bereikt. ‘Laat de kop niet te snel hangen’, adviseerde de organisatiedeskundige. ‘En probeer energie te krijgen in moeizame trajecten.’

Kennis van de organisatie waarmee wordt samengewerkt kan ook veel tegenslag voorkomen. ‘Vaak worden initiatiefnemers van het kastje naar de muur gestuurd, omdat ze in geen enkel systeem passen. Maar je merkt wel een kentering bij gemeenten. Belangrijk is dat je met de juiste mensen in de organisatie in gesprek gaat. Dus niet met de uitvoerende ambtenaar, want die houdt zich aan de regels, maar met de wethouder, want die zit er voor de gemeenschap.’ Tekst Ida Hylkema.

Optie 3: Jaap Koen Bijma over gemeenschapsvorming
Zo’n 20 deelnemers, meest vanuit dorpsbelangen, kwamen af op de workshop van Jaap Koen Bijma over gemeenschapsvorming.

Jaap begon met een voorstelrondje, met daaraan gekoppeld: “welke vraag wil je stellen?”. In dit rondje kwam een diversiteit aan onderwerpen naar voren, variërend van “hoe betrek ik jongeren bij dorpsbelangen”,  tot “hoe speel ik in op energietransitie”.

Enigszins tot ieders verrassing ging Jaap niet in op alle individuele vragen, maar vatte dit samen door op een flap te schetsen hoe de samenleving veranderde vanuit de oudheid tot nu. Dit vanuit twee perspectieven: “geestelijk” tegenover “materie” en “individu” tegenover “samen”.
Hij illustreerde hiermee in een boeiend betoog dat de samenleving continu verandert. Kort samengevat: mensen zochten het in de loop der eeuwen in het geestelijke, later meer in het materiële, vroeger meer samen en tegenwoordig meer individualistisch. Momenteel zitten we in een tijdperk waarin netwerken van belang zijn, die vaak onderling verbonden zijn.
Jaap gaf hiermee aan dat jongeren tegenwoordig enerzijds niet meer lang in besturen wil zitten, maar anderzijds bereid zijn om zich in te zetten voor korte projecten. Dat terwijl de oudere generatie nog gewend is aan lange bestuursfuncties. Nieuwe initiatieven ontstaan tegenwoordig van onderop, in kleine groepen en vaak zonder inbreng van de overheden. Dit leverde een boeiende gedachtewisseling op.

Tenslotte gaf Jaap aan dat Doarpswurk graag met dorpen en dorpsbelangen in gesprek gaat over vormen van “nieuwe democratie”, gebaseerd op hetgeen hij nu kort schetste.
Voor mij en veel aanwezigen een boeiende workshop en een mogelijke start voor een vervolg over de vraag hoe in te spelen  de veranderende rol van initiatiefnemers in dorpen. Tekst Roelof Bos.

Bron.