Over twee weken gaat het eerste wereldwijde burgerberaad over klimaat ooit van start, de Global Assembly. Wij zijn daarbij als partner betrokken, daar schreven we eerder al over, daarom zijn we razend enthousiast – en benieuwd – naar deze mijlpaal. Want op donderdagavond 7 oktober komen de 100 gelote deelnemers voor het eerst online bijeen. Niet allemaal tegelijk, maar in 20 kleinere bijeenkomsten met elk vijf deelnemers die min of meer in dezelfde tijdzone wonen.
Twee dagen later, op zaterdag 9 oktober, is dan de eerste plenaire sessie van de Global Assembly. Dan vult zich het Zoom-scherm met 100 gezichten van wereldburgers. De deelnemers die vanaf de Noord-Amerikaanse westkust deelnemen zijn dan net wakker, terwijl de deelnemers in Indonesië en Zuid-Korea al diep in de zaterdagavond zitten. Het kan allemaal net. Maar de kans is groot dat het ongemak van het tijdstip snel vergeten is, want hoe vaak kun je nu verhalen en ideeën uitwisselen met 99 anderen die samen met jou een spiegel van de wereldbevolking vormen? En samen de burgers van onze planeet een stem geven over het klimaat en de natuur.
Dat dit gaat gebeuren, die 100 wereldbewoners in dialoog over het klimaat, is een klein wonder. Dat is ons wel duidelijk geworden als onderdeel van de projectorganisatie. Als ‘cluster facilitator’ hebben we ons beziggehouden met het werven van lokale organisaties in negen plaatsen – van België tot Ethiopië – die elk één deelnemer aan de Global Assembly gaan begeleiden. Het is een taak die veel tijd en inzet vraagt van die lokale organisaties, en het ondersteunen van wereldwijde burgerberaden is doorgaans niet iets dat al tot de missie van deze clubs behoort. Om toch succes te hebben, heb je dan een mix van bestaande contacten, enthousiasme en geluk nodig.
Een week voor het verstrijken van de deadline voor de werving van lokale organisaties stond de teller rond de 80. Twintig locaties hadden nog geen plek of begeleiding om een deelnemer gelegenheid te geven om aan de Global Assembly mee te doen. Sterker, het project is afhankelijk van de lokale organisaties om de lokale deelnemers te werven; er is geen wereldtelefoonboek waaruit we ze kunnen loten. Na een schitterende, hectische week waarin we van ’s ochtends tot ’s avonds tussen wereldregio’s aan het heen-en-weer-berichten waren, stond er tot ieders eigen verbazing voor elk kruisje op de wereldkaart de naam van een lokale organisatie die daar ‘community host’ zou zijn.

Het team van cluster facilitators viert dat er 100 lokale organisaties zijn gevonden
Aan de eerste voorwaarde om tot 100 deelnemers te kunnen komen, was daarmee voldaan. De volgende stap is het vinden van deelnemers. De taak die de community hosts hebben, is om elk zes personen uit hun lokale gemeenschap te vinden, die bereid zijn om meerdere avonden en zaterdagen te besteden aan het meedoen aan de Global Assembly. Stel je maar eens voor, dat je op straat wordt aangesproken met de vraag of je diezelfde maand nog zeven avonden en twee zaterdagmiddagen over hebt om te gaan meedoen aan iets waar je nog nooit over had gehoord. En daarna nog zo’n maand. Om het nog wat lastiger te maken, verwachten we bovendien dat de lokale organisaties een diverse mix van mogelijke deelnemers werven, qua leeftijd, gender, opleidingsniveau en klimaatopvatting.
Daar zitten we nu middenin. Op 27 september worden er uit de – hopelijk – 600 geworven wereldburgers dan 100 geloot, met behulp van een algoritme dat mikt op een zo getrouw mogelijke afspiegeling van de wereldbevolking als geheel. Dat betekent bijvoorbeeld dat zo’n beetje de helft jonger is dan 40, maar ook dat de meerderheid van de deelnemers maar weinig jaren naar school is geweest. Een derde van de deelnemers zal hebben aangegeven dat voor hen klimaatverandering geen ‘noodgeval’ is.
Komende week zullen de lokale organisaties dus weten wie ‘hun’ deelnemer is en kunnen ze zich richten op het plannen van de Global Assembly sessies. Wat daarbij komt kijken, is onder meer de vertaling van informatiematerialen en het simultaan vertalen van de dialoog tussen de lokale deelnemer en de andere deelnemers op het scherm. Elk detail, elke stap van dit proces vergt speciale aandacht en het is indrukwekkend om mee te maken hoe we dit, in een netwerk van mensen die elkaar in dit project voor het eerst ontmoeten, steeds weer samen oppakken en oplossen. Het is verleidelijk om daar ook hoop uit te putten: hoop dat wat hier gebeurt in het klein, ook kan gebeuren wanneer de wereld zich verenigt in het realiseren van onhaalbaar geachte doelen wat betreft de mondiale klimaatrespons.
Het is overigens ook nadrukkelijk de bedoeling dat de Global Assembly niet alleen het proces is van de 100 burgers die uiteindelijk via loting op dat Zoom-scherm van 9 oktober belanden, maar van veel meer wereldburgers. Daarom is er een ’toolkit’ in voorbereiding waarmee iedereen, waar dan ook, zelf een lokale versie kan organiseren van de Global Assembly. Daarover hebben we afgelopen week een online-bijeenkomst gehad met de coalitie Burgerberaad Klimaat, grotendeels in het Nederlands. Terugkijken kan hier.
Vanuit G1000.nu blijven we via de website berichten over onze ervaringen uit de Global Assembly. Je kunt ook ons nieuwe Instagram-account volgen. Verder heeft de Global Assembly zelf ook een informatieve website en een Twitter-account.